Jan Pijnappel
(1711-1760)
Saara Geerling
(1713-1775)
Gerrit Cornelisz Groenewoud
(1726-)
Elisabeth de Bruin
(1733-1759)
Jan Pijnappel
(1752-1808)
Maria Groenewoud
(1755-1796)
Jan Pijnappel
(1791-1864)

 

Gezin

Partners/kinderen:
1. Maria Barbera Menso

  • Maria Barbera Pijnappel
  • Mr. Menso Johannes Pijnappel+

Jan Pijnappel

  • Geboren: 28 Aug 1791, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland 229
  • Gedoopt: 11 Sep 1791, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland 102
  • Huwelijk (1): Maria Barbera Menso op 22 Feb 1827 in Rhenen, Utrecht, Nederland 13,22
  • Overleden: 13 Nov 1864, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland 229
  • Begraven: 18 Nov 1864, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland 230,231
Afbeelding

opsommingsteken  Algemene notities:

Amstelodamum, jaarboek 1978, blz. 312:
De maaltijden van de jongeheer Pijnappel (..........) HOE HET VERDER GING Uit het dagboek komen we niet meer te weten hoe het Jan na de dood van zijn vader ging. Meer gegevens verschaffen het familiearchief Pijnappel en enkele door Jan's kleinzoon opgetekende familieherinneringen. Op 31 december 1810 werd hij meerderjarig verklaard en vermoedelijk kreeg hij toen meer te zeggen in de firma, die hij later samen met zijn broer Gerrit is gaan voeren. Gerrit trouwde op 20 jarige leeftijd met Anna Maria Krüsemann, een meisje voor wie Jan ook eens tedere gevoelens gekoesterd had. Jan wachtte langer met trouwen. Hij was al 35 toen hij in het huwelijk trad met Maria Barbara Menso, een 23 jarige burgemeestersdochter uit Rhenen. Het ging Jan in die tijd voor de wind en hij werd als een goede partij beschouwd.De familie Menso had zich daar toch wat op verkeken: de zaken gingen gaandeweg achteruit en er werd vooral op de boter zoveel verloren dat het nodig was in te krimpen. In 1843 werden vele pakhuizen opgeheven. Over deze gang van zaken was Jan's schoonmoeder dermate verbolgen dat zij verklaarde Jan nooit meer te willen zien. De wens werd verhoord, want kort daarop verloor zij het gezichtsvermogen. De gewetensvolle Jan trok zich de débacle erg aan en ging enorm bezuinigen, zozeer, dat zijn twee kinderen eigenlijk 'geen jeugd gehad hadden', naar hij later toegaf. Aan de financiële zorgen kwam overigens een eind na een erfenis uit de familie van zijn vrouw. Met zijn zoon Menso Johannes waren wel eens moeilijkheden.
Er is een brief van drie kantjes bewaard waarin Jan zijn toen 21 jarige zoon verwijt in eerbied tekort te zijn geschoten en grove taal gebruikt te hebben. Ook zijn dochter Mietje was bij die gelegenheid uitgevallen en de gekwetste vader, niet tevreden met het nog diezelfde avond door zijn kinderen gevraagd excuus, schreef: 'In traanen had ik U beiden den gantschen avond moeten vinden, in traanen van berouw over zoo onwaardig gedrag, in traanen over de diepte van het zedelijkbederf dat een zoo ongeneeslijke kwaal bij U geworden 1).
Maar hij zag het te zwaar in: het kwam best terecht met Menso, die een bekend advocaat werd in Amsterdam, later ook lid der beide kamers van de Staten Generaal. Jan maakte nog het be gin mee van de carrière van zijn zoon, die dus niet in de zaak opvolgde.In 1851 kreeg Jan twee medefirmanten en in 1853 trok hij zich terug uit de zaak, die werd voortgezet onder de firma M. van der Chijs & Co 2).
Waarschijnlijk bleef Jan Pijnappel zijn hele leven zijn gedachten op papier zetten; uit zijn laatste jaren zijn wat losse vellen bewaard, waaruit blijkt dat hij nog altijd met belangstelling naar preken luisterde en dat hij - evenals in zij n jeugd - er steeds rekening mee hield dat hij spoedig zou kunnen sterven.
Na een langdurige ziekte schreef hij in 1858 : 'Nog ben ik die ik ben - nog is mij het leven gespaard, en heb ik weder het schoone uitzigt van mijn kamer op de ontwaakte natuur 3). Maar het kerkgaan verminderde door verval van krachten; ook dat ging wennen, zo constateerde hij in 1861. Toch woonde hij in 1862 nog een vroegpreek bij van de jonge Laurillard 4).
Op 13 november 1864 is hij overleden.

1) Brief van 31 aug. 1851, GA Amsterdam, familie Pijnappel.
2) GA Amsterdam, familie Pijnappel vlnr. 10.
3) GA Amsterdam, familie Pijnappel vlnr. 21.
4) Ibidem. Eliza Laurillard, Rotterdam 1830 - Santpoort 1908 stond van 1862 tot 1904 te Amsterdam

Afbeelding

opsommingsteken  Feiten

1. Religie: Hervormd.

2. Beroep: Handelaar in zuivel: Amsterdam, Noord-Holland, Nederland.

3. Woonplaats: Rokin 58 (later 390), 1851, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland. 102

4. Woonplaats: Keizersgracht 707, Mei 1857, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland. 232


Afbeelding

Jan trouwde met Maria Barbera Menso, dochter van Menso Johannes Menso en Harnske Volbragt Deuring, op 22 Feb 1827 in Rhenen, Utrecht, Nederland 13.,22 (Maria Barbera Menso werd geboren op 3 Mrt 1804 in Rhenen, Utrecht, Nederland 9, gedoopt op 11 Mrt 1804 in Rhenen, Utrecht, Nederland 3 en overleed op 10 Jan 1889 in Amsterdam, Noord-Holland, Nederland 227.)

opsommingsteken  

1. Ondertrouw (1:st proclamatie), 11 Feb 1827, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland.


opsommingsteken  Huwelijksnotities:

Zij woonden in 1838 in Amsterdam.



Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 11 Mrt 2025 met Legacy 10.0, een onderdeel van MyHeritage.com; inhoud copyright en onderhouden door paulxx@xxmenso.se